afb. Kris Roderburg, 22 oktober 2013
Van een tweede doedelzakspeler aan de noordzijde is het authentieke beeld eveneens bewaard gebleven (N-VIII.2).123 Op een foto die Mosmans in de jaren twintig van de vorige eeuw in de kelder van het Rijksmuseum liet maken, heeft het beeld, dat daar werd omschreven als “figuur in potsierlijke houding”, nog een hoofd en is een groot gedeelte van de doedelzak nog te zien. De afdruk van de blaaspijp en de chanter, op de foto nog zichtbaar, zijn aan het beeld nog te herkennen. De figuur zit op een kussen met sierlijke flossen aan de punten, net zoals de net beschreven nar. Hij draagt mooie puntschoenen met een versierde rand en heeft wijde mouwen, waar aan de ellebogen ook weer | 382 |
flossen hangen. De rug laat een grote beschadiging zien; vermoedelijk is het de afdruk van een hangende hoed die daar was uitgebeeld. Mogelijk was deze figuur ook een nar, maar doordat het hoofd nu ontbreekt, is dat niet meer na te gaan. De negentiendeeeuwse versie van het beeld werd wel als nar weergegeven. | 383 |
Noten | |
123. | N-VIII.2, bouwloods i-856; BK-NM-1259. oud plaatsnummer III; merk X (scheef). |
Ronald Glaudemans, De luchtboogbeelden op de Sint-Jan (2015) 26
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 382-383
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 306 (afb. 205 nr. XIV)